Summit push, een verslag.
Summit push, een verslag.

Summit push, een verslag.

Ondertussen zit ik al enkele dagen in Kathmandu en ben ik ongeveer terug op kracht gekomen. Dringend tijd dus om mijn summit ervaring met jullie te delen.

Zoals reeds gezegd verliep de expeditie niet helemaal volgens planning. In eerste instantie zag het er zeer positief uit. Een korte periode van stabiel weer, ideaal om onze acclimatisatie te doen van drie overnachtingen in de hoogtekampen. Dan een periode van iets minder weer die we zouden uitzitten in basekamp, om daarna een mooie opening in het weer te hebben waar we alle tijd van de wereld gingen hebben om te toppen. Het plan was zelf om niet overhaast te vertrekken, zodat we niet in de rij zouden staan aan de top. Maar zoals reeds gezegd, dit was een mooi plan, maar het weer heeft anders beslist.

Tijdens de acclimatisatie tocht in kamp 2 zagen we al veranderingen in de weersvoorspelling. Bij vele klimmers brak een summit fever uit en sommige besliste om van hun acclimatisatie tocht een summit push te maken. Voor Arnold niet echt een optie, daar de risico’s op hoogteziekte dan gewoon veel te groot zijn. Gezond verstand laten spreken en kalm blijven is de boodschap.

De storm is voorspeld voor de 27ste, en Arnold wilt gezien de grote hoeveelheden voorspelde sneeuw niet in het basiskamp blijven. We voorzien om de 25ste te toppen, zodat we toch nog een dag respijt hebben op het voorspelde weer, om eventueel terug af te dalen naar het basiskamp. We bedenken een misschien wat gewaagd plan dat afwijkt van wat vele andere plannen, maar de kudde volgen is niet altijd de beste optie. We kiezen ervoor om toch twee dagen in het basiskamp te hebben om te bekomen van onze acclimatisatie, en de beklimming met een dag in te korten. Eerste idee is om van het basiskamp naar kamp 1 te trekken, de dag nadien ineens naar kamp 3 om dan te toppen. Maar na overleg met de sherpa’s komt er een beter plan uit de bus. Indien we op dag 1 direct naar kamp 2 trekken, hebben we een zeer zware eerste dag. Maar dan moeten we op dag twee maar een tweetal uur doen naar kamp 3, waar we dan genoeg rusttijd hebben voor we een summit push ondernemen. Bij het originele plan zouden we een zware dag hebben voor de summit push, wat onze kansen zouden verkleinen.

Summit push: To camp 1
« of 10 »

Arnold kan zich niet direct zo een kort klim seizoen herinneren, maar als we wachten tot na de storm is de kans enorm groot dat een toppoging er niet meer inzit. Veel keus hebben we dus niet en maandag 23 september is het zover, we starten met een wel zeer snelle poging naar de summit. Puur in afstand is het stuk naar kamp 1 het langste, maar het stuk naar kamp 2 het hardste. Het is de eerste keer dat ik de tocht aanvang met mijn 8000m schoenen, en al gauw merk ik dat vooral aan mijn scheenbenen de botten niet echt comfortabel zitten. Iets waar ik de komende dagen met zal moeten leren leven veronderstel ik :-(.

Heel veel last van andere klimmers hebben we niet, de meeste zijn de dag voor ons al naar kamp 1 getrokken. Dus ook op het zeer technische stuk naar kamp 2 valt het van drukte allemaal mee, en ongeveer 8u na vertrek in basekamp bereik ik kamp 2 op een hoogte van bijna 6300m. Met een hoogte verschil van bijna 1400m op deze totaalhoogte was het toch geen heel evident dagje, en het deed dan ook zeer goed om het hele team te zien aankomen in kamp 2. Voor mij misschien wel een goed plan, want door de grote inspanning en het best wel warmere weer voor deze hoogte slaap ik relatief goed. Niet onbelangrijk voor een summit push.

Summit push - to camp 2
« of 27 »

Dinsdag 24 september trekken we al vroeg verder naar kamp 3. Dit jaar ligt kamp 3 vele lager als andere jaren, ongeveer op 6700m. Dus een stijging van een 300m over een afstand van een dikke halve kilometer. Het is redelijk druk richting kamp 3 wat maakt dat ik toch bijna twee uur nodig heb om deze dikke halve kilometer af te werken, ongelofelijk wat deze hoogte aan uw prestaties doet. Aangekomen in kamp 3 kan ik enkel beschrijven wat een chaos het er is. Het is extreem druk van klimmers en het duurt dan ook wel even voor ik een tent toegewezen krijg. Net zoals bij de vorige hoogtekampen worden we ook hier verwent door de kitchen crew en onze sherpa’s. Nooit gedacht dat noodle soep zo goed kan smaken als boven op een berg.

Summit to camp 3
« of 12 »

Na een paar uur rusten en lichte chaos (het duurt toch wel even voordat we een plan voorgelegd krijgen) word er beslist dat ik rond 19u00 zou vertrekken richting top, gezamenlijk met mijn twee Mexicaanse medeklimmers. De Nederlandse klimmers zouden al om 18u00 vertrekken daar zij langzamer klimmen. Persoonlijk vind ik 19u veel te vroeg en heb ik schrik voor zonsopgang aan te komen op de top, maar mijn mening word niet echt gevraagd. Vertrek rond 19u, zorg dat je klaar staat.

Het word voor mij de eerste keer dat ik in volle uitrusting naar boven zal trekken. Ik trek het donspak aan, zoek uit in welke zakken ik het beste wat eten en drinken steek, doe een paar laatste testen met de zuurstofmaskers en voor de verandering ben ik ruim op tijd klaar. Klaar om de laatste 1400 meter te klimmen richting summit.

Klaar om aan de summit push te starten
« of 2 »

Het eerste stuk na kamp 3 is een steile beklimming, en tot mijn grote verbazing komen er mensen naar beneden. Waarschijnlijk klimmers die in kamp 4 gerust hebben na hun summit poging. Het zorgt al direct voor veel ambiance en aanschuiven, en we zijn nog maar pas vertrokken. Ik klim iets te snel, en krijg de indruk dat ik met de zuurstof eerder minder lucht krijg als ik zonder zou klimmen. Mijn sjerpa vervangt mijn masker door een reserve dat hij bij zich heeft, en nu gaat het iets beter. Maar ik blijf het moeilijk hebben om een tempo te bepalen waarbij ik mij comfortabel voel, en zie mijn eigen al falen voor deze toppoging.

We blijven redelijk stijl klimmen, en langzaam aan raak ik in een tempo. We klimmen zelf zo snel waarbij we de ene groep na de andere voorbij steken. Dit is wel even lastig, om een andere groep voorbij te raken moet je jezelf losmaken van het vaste touw en naast de sneeuwsporen gaan wandelen. Dit vraagt meestal zoveel inspanning dat eens je voorbij hun bent je volledig op bent en moeite moet doen om tempo te houden. Je wilt immers niet iemand voorbij steken om dan voor hun neus te gaan talmen.

Langzaam aan gaat de klim verder tot ik uiteindelijk kamp 4 zie liggen, op een 7700m hoogte. Hier heb ik naar liggen uitkijken. Ik weet van andere klimmers dat het vanaf hier veel minder steil is naar de top, het zwaarste stuk zit erop. Tevens is eraf gesproken dat ik hier een nieuwe fles zuurstof krijg, en dat we van 2liter naar 3liter gaan verhogen.

Maar afspraken met de expeditie leider in basiskamp zijn duidelijk niet dezelfde als deze tijdens de beklimming met de sjerpa. Geen adempauze in kamp 4, iets voor het kamp draaien we af en gaan we verder richting top. Wij hebben geen tenten in kamp 4, dus het heeft niet veel zin om dit kamp aan te doen. En die extra zuurstof, we zullen wel zien. In elk geval is de beklimming nu veel minder steil en kan ik het tempo iets verhogen. Even word ik ongerust als mijn sjerpa achter blijft, hij draagt mijn extra zuurstof flessen en ik heb al reeds een tijdje in de gaten dat hij het lastig heeft. Je mag niet vergeten dat hij niet alleen mijn extra zuurstof draagt, hij zet zijn eigen ook op een minimum van zuurstof, ongeveer 1 liter. Waar ik het met drie flessen mag stellen moet hij het met 1 fles stellen. Een niet te onderschatten inspanning.

Mijn zorgen zijn echter ongegrond, want niet veel later heeft mijn sjerpa mij bijgebeend. En we nemen even pauze voor een nieuwe fles zuurstof en om wat cola te drinken. Heel apart was dat ik de fles cola niet mocht vasthouden, de sjerpa geeft mij in kleine slokjes drinken. Waarschijnlijk om niet al te enthousiast te drinken, wat ook niet heel eenvoudig is met het zuurstof masker. We nemen het even weg om te drinken, maar moeten het direct nadat we een slok genomen hebben terug opzetten. Ook bij het eten van een twix moet ik van de sjerpa tijdens het kauwen het masker ophouden. Allemaal niet even evident.

Vanaf nu blijft de hellingsgraad richting top veel gematigder, maar dit wil ook zeggen dat de afstand langer is. Alhoewel ik verschillende teams blijf bijbenen begint de vermoeidheid wel toe te nemen. Ik hou mijn horloge in de gaten om te hoogtemeters te kunnen aftellen, maar weet niet altijd of dit wel zo een goed idee is, Soms lijkt het alsof ik maar een meter per uur stijg, andere keren lijken de hoogtemeters voorbij te vliegen. Eens de 8000m voorbij zie ik het even helemaal niet meer zitten, en lichtflikkering in de verte geeft volgens mij en de sjerpa de top aan. Een lichtflikkering die mij nog lichtjaren ver weg lijkt en maakt dat ik het totaal niet meer zie zitten. Is die horloge fout, het zou toch veel dichter moeten zijn dan dat lichtpuntje in de verte. Ik sta op het punt op te geven, dit is niet meer menselijk. Dit is zo oneerlijk, waarom geeft mijn horloge een dikke 8000m hoogte aan als de top toch nog zo ver is? Heb ik een verkeerde berg beklommen, waarom is die top nog zo ver weg.

Just before the summit
« of 3 »

Maar gelukkig begint het langzaam wat op te klaren, en krijg ik iets zicht op wat voor mij ligt. En dat is een top die mij wel zeer gekend voorkomt, Manaslu. Het lichtpunt blijkt inderdaad op lichtjaren te liggen, want dit is een ster. Het word drukker op het pad, wat al snel veranderd in een sneeuwpadje van misschien 20cm breed op een loodsteile helling. Gelukkig is het nog donker, soms wilt een mens niet zien wat er onder hem ligt. Al snel komen we in een que terecht, een 5tal klimmers staan voor mij om een summit picture op de wel extreem kleine top te nemen. In de ochtend schemer herken ik de locatie, we zijn inderdaad langs de eerste top getraverseerd om via de steile sneeuwwand naar de nieuwe top te gaan. Het is wel spectaculair, maar inderdaad niet zo zot als je op de vele websites kunt zien.

Het is aan de top even wachten, maar uiteindelijk na ongeveer 11 uur en half klimmen kan ik zeggen dat ik op de derde en hoogste top van manaslu sta, meer dan waarschijnlijk als eerste Belg. Al van meerdere mensen heb ik de vraag gekregen wat er op die moment door mijn hoofd ging, maar vind dit een zeer moeilijke vraag. Wat ging er door mijn hoofd? Dat de klimmer voor mij veel te veel foto’s nam, dat klimmers ervoor veel te veel schrik hadden om het smalle pad terug te nemen? Ik durf het niet zeggen. Een opluchting dat het gelukt was, dat het lichtpunt een ster was en niet de top? Maar vooral wou ik een foto en terug weg daar. Een beklimming stopt niet bij de summit, men moet nog veilig terug beneden raken. En daar lag toch wel mijn focus, het was een niet te onderschatten tocht tot hier, wat staat er mij nog te wachten in de afdaling.

Summit Manaslu
Nima Sherpa on the summit of Manaslu (8163m)
« of 4 »

Eens terug weg van het smalle pad op de sneeuwhelling stop ik even om wat foto’s te maken met de vlaggen van mijn werkgever. De vlaggen staken wat ver weg in mijn rugzak, en op de weinig ruimte die we voor en op de top hadden zag ik het niet zitten om deze te gaan zoeken in mijn deels bevroren rugzak. Er stond ook nog veel volk achter mij te wachten voor hun top foto, ik wou deze file niet langer maken als hoogst noodzakelijk.

The Sucafina flag just below the summit
« of 2 »

En dan wacht ons er een zeer lange afdaling. Het eerste stuk gaat vlotjes tot aan kamp 4 waar ik opnieuw een nieuwe fles zuurstof krijg en ik snel nog wat drink en eet. Het is ondertussen dag geworden, maar veel zicht krijgen we spijtig genoeg niet. Het is zwaar bewolkt en er valt al uren aan een stuk lichte verse sneeuw, maar toch voldoende om voorgaande sporen grotendeels te bedekken en te maken dat je vaak onverwachts diep wegzakt in de sneeuw. Het is precies nog allemaal al niet moeilijk genoeg.

Eens voorbij kamp 4 gaat het ineens ook allemaal veel steiler. Ik kan mij al niet meer voorstellen dat ik zo een steile stukken omhoog gegaan ben. Enkele tragere klimmers die zeer onzeker afdalen houden alles nogal op, en ik leer al snel hoe je hier moet afdalen. Je plaatst je veiligheidslijn aan de vaste touw (dit is meer psychologisch dan dat het verder veel nut heeft), een hand voor uw veiligheidslijn, koord langs de rug en andere hand achter de veiligheidslijn. En dan maar met de steun van de koord afdalen. Een techniek die zeer vlot lukt in de diepere sneeuw, maar ook wel zwaar is daar we regelmatig ons evenwicht verliezen in diepere sneeuw. Maar er zitten ook enkele korte bijna verticale stukken ijs bij waar het kwestie is de stijgijzers optimaal te gebruiken. Dit ging mij toch wel wat minder af en meermaals moet ik het gezonde verstand volledig uitschakelen. Ook heb ik enkele sjerpa’s achter mij die mij constant opjagen en de druk zeer hoog leggen om tempo te maken.

Als je mij vraagt wat het zwaarste stuk was van de hele expeditie, dan is het zonder twijfel de afdaling van kamp 4 naar kamp 3. We zakken van 7700m naar 6700m, en het blijft gewoon duren. Vrij constant is het zeer steil afdalen met bovenbeschreven techniek, af en toe installeer ik een rappel als het mij toch iets te steil word. Mijn rugzak zit niet goed en door het dons pak en mijn klimgordel krijg ik hem ook maar niet goed. Veel pijn in mijn onderrug maakt dat ik mij regelmatig even moet neerzetten om te bekomen, en het laatste stuk naar kamp 3 word een echte martelgang.

Maar dan ineens is kamp 3 daar. Ik kruip direct in een tent om mij terug om te kleden naar een iets minder warme outfit, lever de zuurstoffles terug af, eet en rust wat tot wat later de andere klimmers van ons team terug aankomen in kamp 3. Op die moment besef je dat je het gedaan hebt, je hebt hem getopt. Nu is het enkel nog de vraag of ik afzak tot kamp 2 of ineens doorga naar basekamp. Na radio contact met Arnold blijkt het dat er geen bier is in kamp 1 of kamp 2, dus laten ze mij niet al teveel opties, basekamp word het. Dat krijg je als je met een Nederlandse groep op expeditie gaat :-).

De afdaling naar kamp 2 verloopt zeer snel (iets minder snel als met de acclimatisatie, maar dat zal wel normaal zijn zeker). Daar eten we nog rap iets waarna we vrij onmiddellijk de afdaling inzetten naar kamp 1. Daar de meeste mensen in een hoger kamp blijven ligt de route naar kamp 1 er vrijwel verlaten bij, enkel op de spectaculaire rappel moeten we even aanschuiven. Maar het gaat mij goed af, ik voel mij goed, het is ondertussen gestopt met sneeuwen en we zien al zeer snel kamp 1 liggen.

Back to camp 1
« of 10 »

In kamp 1 blijven we iets te lang hangen, waardoor het al aan het schemeren is tegen we hier vertrekken. We hebben al vrij snel onze koplamp nodig en het is verbazend hoe de gletsjer op die paar dagen boven al gesmolten is. Vele ankerpunten van de vaste koorden liggen los naast de route, en het is ook niet altijd even duidelijk hoe de route loopt. Toch altijd verbazend hoe anders een landschap eruit ziet in het licht van uw koplamp. Enkele keren moet ik onbeveiligd over een spalt, en met mijn val van de acclimatisatie in gedachte doe ik dit niet altijd met evenveel vertrouwen als de sjerpa. Ze sparen u niet tot aan het einde.

En hier start voor mij het tweede zwaarste stuk van de expeditie. Ik tel af naar crapont point, daar waar we onze stijgijzers kunnen uitdoen. Niet dat die mij zoveel hinderen, maar vandaar af gaat de route verder over rots, en ik heb op dit punt loopschoenen achter gelaten. Ondertussen liggen mijn scheenbenen volledig open en heb ik twee zwaar doortrapte voeten. Die 8000m botten moeten snel uit, heel veel langer houd ik dit niet vol. Maar in mijn herinnering is het vanaf crapont point niet meer ver richting basecamp, maar dit was niet nadat ik een 8000m peak had beklommen. De rugzak weegt door, het pad is in het donker moeilijk te vinden en alsof dit nog niet allemaal erg genoeg is begint het ook nog te regenen. Ze sparen mij echt niet.

Komt het door de overdadige zuurstof aan het basiskamp, de donker, de vermoeidheid of gewoon het mannetje, maar ik herken in het donker niets van het basiskamp. Met alle gekleurde letverlichting lijkt het mij meer op bobiaanland dan Manalsu basekamp. Heb ik ergens een afslag gemist? En tot overmaat van ramp zie ik mijn sjerpa nergens meer, die is al voor gegaan. Tot mijn grote schande moet ik als gevolg hier en daar de weg vragen, en de regen die in hevigheid toeneemt maakt het niet allemaal makkelijker, in tegendeel.

Maar een basiskamp is ook maar een basiskamp, en geen wereldstad. Dus uiteindelijk zie ik wat gekende punten en vind ik het uiteindelijk vrij vlot tot aan onze eettent, waar men al met wat verbazing zat te wachten op mij. Maar geen rampen gebeurd, een handdoek en een pint later kon ik genieten van de hele dag, ik had het gehaald. Ongeveer 26 uur na vertrek ben ik terug in het basiskamp, wat een trip. Maar super gelukkig dat ik er geraakt ben, nu kan ik op beide oren slapen.

Donderdag 26 september is er echter geen tijd om na te genieten van de ervaring. Het slechte weer is nog steeds op komst en we plannen om na het middageten te vertrekken richting Samagaon dorp. Vandaar uit moeten we per helikopter terugvliegen naar Kathmandu. Inpakken en organiseren is nog steeds niet mijn beste kant, en ik ben dan ook maar nipt op tijd klaar als alle dragers aankomen in het kamp. Voor het middageten word echter de tijd genomen, er is nog een summit taart en zowel de kookploeg als de sjerpa’s worden uitvoerig bedankt en krijgen met veel enthousiasme hun extra bonussen. En dan is het tijd om basis kamp achter ons te laten, dit is echt het einde van een mooie ervaring.

Back to Samagaon 
« of 15 »

Ongeveer twee uur later en een dikke duizend meter later komen we in de regen toe in Samagaon. Het dorp is overspoeld met klimmers maar desondanks hebben we een redelijke lodge gevonden waar we nog genoeg bedden hebben. Er vliegen al enkele dagen geen helikopters door een protest van lokale bewoners. Om hier te mogen vliegen moet men blijkbaar over een permit beschikken, en het papierwerk dat hierbij komt kijken is een zwangere vrouw fataal geworden. Ze kon niet tijdig uitvliegen om dringende medische hulp te krijgen. Een zeer begrijpelijke reactie van de mensen die er wonen, maar natuurlijk wel wat lastig voor ons. We krijgen te horen dat er een overeenkomst zou zijn tussen de inwoners van het dorp en de Nepalese regering, maar de komende dagen kunnen er geen helikopters vliegen door het slechte weer. Er zit dan ook niet veel anders op dan te wachten en te wachten op beterschap.

De spreuk zegt, na regen komt er zonneschijn, maar een hevige continue regen zoals hier heb ik in België nog niet gezien. Ik verken het klooster in het dorp en spendeer veel van de overige tijd met te lezen. Er zijn wat problemen met de elektriciteit en het al zwak presterende internet werkt nu helemaal niet meer. Volledig afgesloten van de buitenwereld is het wachten geblazen op beterschap in het weer.

Samagaon Klooster
« of 31 »

Ik ben dan ook aangenaam verrast als ik het de derde ochtend niet meer hoor regenen, en ik door de gordijnen heen zonneschijn zie. Dit is het moment, het kan niet anders dan dat we nu gaan vliegen. Maar mijn enthousiasme verdwijnt al zeer snel als ik hoor dat de lokale bewoners nog steeds alle vluchten tegenhouden, ze moeten afspraken op papier zien voordat ze terug enig verkeer toelaten. En hiervoor moeten er officials vanuit Kathmandu overvliegen. Even overweeg ik om de gekende manaslu trekken verder in te zetten en de vallei uit te wandelen. Volgens Arnold een trekking van drie dagen, maar ik ben overtuigd dat ik het in minder dan twee dagen kan doen. Enkele andere overwegen om hetzelfde te ondernemen. Het gaat niet direct om tijd, maar eerder om niet hele dagen te moeten zitten wachten op wat er misschien gaat gebeuren. De tocht word ons echter ten zeerste afgeraden, de overvloedige regenval van de laatste dagen heeft op het track voor de nodige landslides gezorgd, in Kathmandu word zelf melding gemaakt van een 200 tal doden door de overstromingen.

Groot is dan ook mijn verbazing als ik enkele uren later te horen krijg dat we onmiddellijk onze spullen moeten pakken, we zouden een vlucht hebben. Enkele klimcollega’s blijven sceptisch maar drie helikopters later hang ik in de lucht, richting Kathmandu.

Helikopter vlucht
« of 26 »

Door het grote aantal klimmers die uitgevlogen moesten worden was de vlucht enkel de vallei uit, de rest zouden we per bus moeten afleggen. En gezien de vele aardverschuivingen zou het ook nog een groot vraagteken blijven of we wel tot in Kathmandu zouden raken.

Nu hebben we tijdens deze expeditie wel al het een en ander meegemaakt tijdens vervoer over de weg, maar deze rit slaagt wel alles. We rijden langs meerdere grondverschuivingen die ze wel al allemaal aan het fixen zijn, en moeten het laatste stuk door de bergen rijden daar de normale route blijkbaar geblokkeerd is. En de chauffeur heeft duidelijk haast, enkel om af en toe een zieke reiziger uit de bus te laten word er niet gestopt. Het is dan al ook na 22 uur tegen we toekomen aan ons hotel. Wat een dag, een hele dag onderweg per lucht en land om een afstand te overbruggen die bij ons amper de moeite zou zijn.

Maar ik ben superblij om terug in iets van beschaving te zijn. Om mij deftig te kunnen wassen en een volwaardig bed te hebben. Wel zit ik vast in Kathmandu tot zondag 6 oktober, mijn tickets kunnen niet verlegd worden, tenzij ik de kost van nieuwe tickets zou betalen. Maar dit geeft mij wat tijd om te bekomen en om wat gewicht terug te winnen voordat ik terug in België ben.

Tot dan!

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

en_USEnglish